Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die het [27]woord veracht, [28]die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien [29]zal vergolden worden. 27. Te weten, het woord Gods en de onderwijzing daaruit genomen en daarmede overeenkomende. 28. Hebreeuws, zal zich verdorven worden; dat is, tot zijn eigen verdriet, schande en schade. Of, daarom; te weten om de verachting des woords. 29. Te weten, van den goeden God een genadige beloning. Zie van het Hebreeuwse woord Job 21:19.